Mees Fleijsman (24) kan zijn geluk niet op. Opgegroeid in Leidsche Rijn was hij leerling van De Achtbaan, de school waar hij nu zelf voor de klas staat. ‘Toen ik voor mijn Lio-stage mijn oog had laten vallen op mijn oude school, heeft mijn moeder een balletje opgegooid bij een leerkracht met wie zij nog steeds een goed contact heeft. Dat heeft geholpen. Aan het einde van deze stage heb ik een baan aangeboden gekregen voor drie dagen in groep 4, terwijl ik daarnaast in een casino werkte.  Na een aantal weken kon ik de overstap maken naar een fulltime baan in groep 8, omdat ik wist dat dit helemaal mijn plek is.’

Prepubers

De jonge meester voelt zich erg senang in de omgang met de groep 8 kinderen. ‘Je kunt ze echt iets meegeven, maar ik schep ook ruimte om een beetje aan te klooien. Het zijn prepubers die het soms leuk vinden om mij een beetje belachelijk te maken. Maar omdat ik zelf ook nog best speels ben, maakt dat de band alleen maar sterker.’

Pusherig

Ook de omgang met ouders gaat hem goed af. ‘Om het schooladvies te verdiepen, bezoek ik de middelbare scholen om de kinderen de goede kant op te sturen. Gesprekken met ouders kunnen pittig zijn, maar ik vertel wat ik in de klas zie, daarmee kan ik mijn advies onderbouwen. Het is zaak om stevig in je schoenen te staan, want ouders kunnen nog wel eens pusherig zijn.’

Fouten maken

Staat zijn jonge leeftijd hem nooit in de weg? ‘Dat dacht ik in het begin ook wel. Maar ik kan een beroep doen op een goede IB-er die mij helpt. Ook kan ik goed sparren met de parallel leerkracht. Soms is het ook de kunst om fouten te leren maken, dat houd ik ook de kinderen voor. Ik was zelf nooit zo sterk in werkwoordspelling, daar maak ik geen geheim van.’

Open sfeer en band

Als je je kwetsbaar opstelt, creëer je een open sfeer waarin je veel kunt bespreken, vertelt Mees. ‘Hoe ga je met elkaar om, wat bereik je met negatief zijn, hoe trap je op de rem? In groep 8 krijg je de ruimte om te werken aan je persoonlijkheid.’

‘Hard werken geeft mij voldoening, maar de kinderen ook. De band ik had met mijn meester, zie ik terug bij mijn eigen kinderen in de klas. Dat geeft echt een voldaan gevoel.’